Nieuwe rol voor de ontwerper.
Jan van Eyck Academie Academieplein 1 Maastricht.
Met ‘Werken aan ontwerpkracht’ de actieagenda voor architectuur en ontwerp 2013- 2016 richtte het Rijk de aandacht op ‘de excellente en effectieve bijdrage die architectuur en ruimtelijk ontwerp aan de ruimtelijke en culturele ontwikkeling en de versterking van de internationale economische positie kan hebben.’ De instrumenten en middelen die werden
ingezet, richtten zich op de eigen rol en verantwoordelijkheid van het Rijk, maar ook op het versterken van lokale en regionale kwaliteit en kracht. De ontwerpdialoog ‘Making Projects’ probeert in bestaande projecten het ontwerp als verkenning van de opgave en niet als schets van de oplossing te bevorderen. Daartoe biedt het ruimte voor experiment, reflectie en betrokkenheid van onverwachte partijen. Maar hoe wordt daar op lokaal niveau mee omgegaan? Hebben de steden in (Eu)regio Zuid- Limburg een cultuur van ontwerpen? Hebben ze misschien wel een eigen ontwerpcultuur? Maastricht experimenteert in een aantal gebieden met nieuwe vormen van planontwikkeling. De lokale 'stadsmakers' (ondernemers, bewoners, belangengroepen) worden daarbij uitgedaagd een bijdrage te leveren aan de invulling van de te ontwikkelen gebieden, zoals het Frontenpark en de Tapijnkazerne. Komende uit een sterk 'stadsontwerpende traditie' waarbij het ruimtelijk ontwerp vaak een drijvende kracht achter de gewenste ontwikkeling was, lijkt nu een periode aan te breken, waarbij het vlekkenplan de ruimte biedt aan een veelheid aan ideeën en invullingen. Wordt de regie op ruimtelijke kwaliteit en een coherent stadsbeeld, nu losgelaten ten behoeve van programmatische flexibiliteit? Aan de hand van actuele ontwikkelingen in deze projecten wordt de rol van het ontwerp met een aantal van de hoofdrolspelers onderzocht.